yellow shape
Publicatie

The Efficiency Lab: Lessons learned

Twee jaar lang hield het Efficiency Lab van The Spindle (het voormalig innovatieplatform van Partos) zich bezig met de vraag hoe organisaties de efficiëntie van hun projecten kunnen analyseren. Het Efficiency Lab was een leertraject dat zich in eerste instantie richtte op de efficiëntievraag: Hoe verhouden de effecten van onze interventies zich tot de kosten van die interventies? En zijn die kosten proportioneel? Daarna richtte het Lab zich op de vraag: Welke methoden hebben we om de efficiëntievraag te beantwoorden? Vragen die beantwoord worden in de publicatie ‘The Efficiency Lab, Lessons Learned’. Deze publicatie was tevens het laatste onderdeel van het leertraject.

Aanleiding voor het oprichten van het Efficiency Lab

Uit het rapport van de Gezamenlijke Evaluatie MFS II bleek dat ontwikkelingsorganisaties worstelen met het concept ‘efficiency’ en de wijze waarop efficiency in ontwikkelingsprogramma’s kan worden gemonitord en gemeten. Aangeboden methoden als cost-benefit analysis, cost-effectiveness analysis of benchmark analysis zijn gericht op het genereren van numerieke metingen van efficiency. Het is theoretisch allemaal goed doordacht maar deze methoden gaan uit van de beschikbaarheid van data die in de praktijk moeilijk te produceren of überhaupt niet voorhanden zijn. Dit was dan ook de aanleiding voor Partos, en later The Spindle om het Efficiency Lab op te richtten.

Het verloop van het Efficiency Lab

Het leertraject omtrent kosteneffectiviteit van ontwikkelingsprogramma’s startte in april 2017. Samen met een aantal leden werkte Partos aan een toolbox met methodieken, bedoeld om iets te kunnen zeggen over deze kosteneffectiviteit. Om het traject te begeleiden stelden we een kerngroep samen van medewerkers van Partos-leden, alsook een expertgroep bestaande uit Markus Palenberg (Institute for Development Strategy), Antonie de Kemp (IOB) en Pol de Greve (Context). In november dat jaar vond de eerste grote leerbijeenkomst plaats, waarbij deelnemers aan de hand van de toolbox aan de slag gingen met efficiëntievraagstukken.

In 2018 organiseerde het Lab onder leiding van Markus Palenberg en Pol de Greven een training om de methoden waarmee de efficiëntievraag beantwoord kan worden te vergelijken. Vervolgens namen vier Partos-leden (Woord & Daad, War Child, Aflatoun en Simavi) deel aan een tweede workshop waarin zij pilots voorbereidden om met de aangeboden methoden te experimenteren. Ook werd de generieke versie van een ‘Theory of Efficiency’ gepresenteerd. Deze versie kan organisaties helpen met het ontwikkelen van beleid dat erop gericht is om de efficiëntie van hun interventies systematisch te verbeteren. De resultaten van de pilots en andere geleerde lessen werden gepresenteerd tijdens het laatste congres in mei 2019.

De publicatie ‘The Efficiency Lab: Lessons Learned’

In de publicatie The Efficiency Lab, Lessons Learned – A guide to analysing the efficiency of development interventions, vind je een overzicht van alle bevindingen en geleerde lessen voortkomend uit dit leertraject. Wat zijn de grootste uitdagingen die men ondervindt bij het analyseren van de efficiëntie? Wat zijn aanbevelingen om deze uitdagingen aan te gaan? En welke methoden kunnen gebruikt worden om de efficiëntievraag te beantwoorden? De antwoorden vind je in de publicatie.