yellow shape
Belangenbehartiging & Beleidsbeïnvloeding

Begroting Ontwikkelingssamenwerking: meer middelen, nu de uitwerking nog

Nederland kan het zich niet permitteren om de blik naar binnen te richten. De energiecrisis, het stikstofdebat en de asielopvang zijn niet los te koppelen van internationale ontwikkelingen. Deze landelijke manifestaties van mondiale opgaven vereisen dan ook meer dan nationaal beleid en aanpak. Klimaatverandering, gewapende conflicten, toegenomen armoede en ongelijkheid, gedwongen migratie, de impact van corona, de terugval in democratisering en een sterk veranderende wereldorde zijn dé thema’s op dit moment. Daar kan en moet Nederland internationaal een leidende rol in spelen met een daadkrachtige aanpak.

20 september 2022

Het is daarom goed dat in de Troonrede van dit jaar een lans gebroken wordt voor internationale samenwerking. Als reactie op het streven van sommigen naar een wereld waarin het recht van de sterksten geldt en waarin democratie, soevereiniteit en vrijheid worden uitgehold, stelde koning Willem-Alexander dat Nederland samen met zijn internationale partners een dam moet opwerpen via de NAVO en de EU. “En het vraagt van Nederland dat het zijn brede internationale verantwoordelijkheid blijft nemen. Internationale samenwerking via handel en hulp draagt bij aan vrede, veiligheid, en een menswaardig bestaan, wereldwijd.”

Bart Romijn, directeur van Partos: “Wij zijn blij dat de koning een lans breekt voor ontwikkelingssamenwerking. Het is verheugend te zien dat er op veel onderdelen van de begroting meer middelen beschikbaar komen. Aan de andere kant van de medaille is de begroting niet helder in wat de gemaakte keuzes behelzen. Ook staan er onbewezen aannames in, zoals bijvoorbeeld dat het bedrijfsleven bijdraagt aan veiligheid en democratie. Het maatschappelijk middenveld, dat in dezen een wel bewezen en zelfs veel belangrijkere rol speelt, wordt hier niet genoemd. De minister bereidt een aantal nota’s voor, o.a. over mensenrechten, klimaat, gezondheid en de Afrika-strategie. Wij hopen dat deze nota’s rekening houden met de eerdere kritiek van de evaluatiedienst van het ministerie, het IOB, en meer uitwerking geven aan gemaakte keuzes.”

 

Meer ontwikkelingsbudget, maar een groot deel blijft in Nederland

In deze begroting is goed zichtbaar dat door de coalitie-afspraken van deze regering een belangrijke stap richting de internationale afspraak wordt gezet om 0,7% van het BNI aan ontwikkelingssamenwerking (ODA) te besteden. In 2023 wordt 0,62% van het BNI aan ontwikkelingssamenwerking besteed. Tegelijkertijd komt een flink deel van het budget nooit terecht bij internationale ontwikkelingsprogramma’s. Dat komt omdat bijna 16% van het Nederlandse budget voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking in Nederland besteed wordt aan de kosten van asielopvang.

Dat de opvang ruimhartig en humaan dient te zijn, staat wat Partos betreft buiten kijf. Maar Partos maakt zich zorgen over de wijze waarop deze opvang de afgelopen jaren gefinancierd is. Nederland heeft de politieke keuze gemaakt om de kosten van het eerste jaar van opvang te dekken uit het ontwikkelingsbudget. Daarbij wordt verwezen naar afspraken in OESO/DAC-verband, maar die zeggen enkel dat gemaakte kosten meegeteld mogen worden bij het berekenen van de totale uitgaven aan officiële ontwikkelingssamenwerking (Official Development Assistance, of ODA). Dit lijkt een detail, maar leidt tot een fundamenteel verschil, zoals bleek tijdens de Syrië-crisis in 2015/2016. Toen dreigden de hoge asielkosten ten koste te gaan van de financiering van lopende ontwikkelingssamenwerking-programma’s.

Asielkosten op een andere manier financieren

De dekking van asielkosten hoort niet volledig in de begroting voor ontwikkelingssamenwerking thuis. Er moet een ander financieringsmechanisme worden opgezet dat rekening houdt met de beweeglijkheid van de asielvraag. Partos vindt dat deze rekening niet uitsluitend op de schouders van de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking moet rusten. Denkbaar is een meerjarig fonds, waarin de meest betrokken ministeries afdragen volgens een verdeelsleutel. Dit doet recht aan de kabinetsbrede verantwoordelijkheid voor het asieldossier. Voor het ontwikkelingsbudget bepleiten wij een plafond voor de reservering van de kosten van eerstejaars asielopvang van € 300,- miljoen, het bedrag dat tot afgelopen jaar voor dit doel gereserveerd werd in de ODA-begroting. Dat betekent dat de dekking voor eventueel benodigde extra middelen ergens anders gezocht moet worden, desnoods uit algemene middelen.

Deze tijd vraagt om leiderschap en om investeringen in de toekomst; vóór klimaatrechtvaardigheid

Hoewel het goed is dat het kabinet bijna 7 miljard euro extra vrijmaakt voor aanvullende klimaatmaatregelen in Nederland, wordt er onvoldoende extra geld vrijgemaakt voor internationale klimaatsteun. Bovendien komt deze extra financiering uit het bestaande ontwikkelingsbudget. Daardoor blijft er minder geld over voor andere internationale prioriteiten, terwijl er in Europees verband juist is afgesproken dat klimaatsteun bovenop het bestaande ontwikkelingsbudget moet komen. De internationale afspraken worden nog altijd niet volledig uitgevoerd.

Bart Romijn: “De koning constateerde in de Troonrede terecht dat we tegen ecologische grenzen aanlopen, maar daar zien we helaas nog onvoldoende van terug als het gaat om mondiale klimaatrechtvaardigheid.”

 

Gebonden hulp moet worden voorkomen

Ten slotte blijft waakzaamheid nodig, dat niet tot gebonden hulp wordt overgegaan. Nederland heeft een goede reputatie hoog te houden, dat het niet doet aan deze bewezen ineffectieve en inefficiënte vorm van ontwikkelingssamenwerking. Van gebonden hulp is sprake als met ontwikkelingsmiddelen Nederlandse handelsbelangen behartigd worden. Dat waakzaamheid geboden is blijkt wel uit teksten waarin aangegeven wordt dat het kabinet ‘bedrijven wil stimuleren te investeren in ontwikkelingslanden. Dit is nodig omdat de democratie wereldwijd onder druk staat’.[1] Ook laat het ministerie van Buitenlandse Zaken de mogelijkheid om Nederlandse bedrijven projecten zonder open aanbestedingsprocedure te gunnen open, mits het ontvangende land dit juridisch toestaat en het “van meerwaarde is”. Minister Schreinemacher twitterde: ‘Wereldwijd gaan we hulp en handel vaker combineren, dat werkt het beste’. Dat is op z’n zachtst gezegd een onbewezen aanname. Uit evaluaties blijkt juist dat een effectieve wisselwerking tussen beide terreinen niet goed kan worden aangetoond.

[1] zie: https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2022/09/20/prinsjesdag-buitenlandsezaken