yellow shape
Belangenbehartiging & Beleidsbeïnvloeding Blog

Blog 14 | Het bevorderen van internationale samenwerking

De internationale samenwerkingssector, waaronder de ledenorganisaties van Partos, beschikt over afdelingen die zich bezighouden met belangenbehartiging en politiek advies. Deze belangenbehartigers en politiek adviseurs werken samen met diverse belanghebbenden, variërend van zuidelijke partners en de Nederlandse politiek tot multilaterale organisaties zoals de VN of de EU. Het werk van deze professionals draagt bij aan mondiale rechtvaardigheid. In deze blogreeks verstrekken we inzichten over dit werk. In deze specifieke editie werpen we een blik op de activiteiten van Rebecca Heuvelmans, Advocacy and Campaigning Officer van WECF.

21 maart 2024

Zou je iets kunnen vertellen over je professionele achtergrond?

Ik heb zowel de bachelor als de master American Studies aan de Rijksuniversiteit Groningen gevolgd. Tijdens mijn studie heb ik een semester in North Carolina gestudeerd en een extra minor gevolgd in International Relations. Gedurende mijn hele studie heb ik me veel gericht op onderwerpen zoals politiek, media, rhetorica en genderstudies, zowel in de vakken die ik volgde als in mijn functie als student assistent/mentor bij de Rhetoric Lab aan de Universiteit Groningen.  Ik ben altijd erg gefascineerd geweest door de barrières die Amerikaanse politica ervaren om actief te worden, te blijven ofwel te groeien in hun carrière. Ik had me dus flink verdiept in intersectionele benaderingen en feministische bewegingen, maar ik had nog niet de vertaalslag gemaakt naar de intersectie met klimaat. Alhoewel ik me altijd heb gerealiseerd dat klimaatverandering het grootste probleem is waar we allemaal mee te maken hebben, had ik voordat ik solliciteerde voor een stage bij het UNFCCC Gender Team, me nooit erg verdiept in de link tussen genderongelijkheid en klimaatverandering en het belang van divers leiderschap om de klimaatcrisis op te lossen.

Je begon bij WECF als ‘Communications and Project Officer’ en stapte toen over naar een nieuwe functie als ‘Advocacy and Campaigning Officer’. Wat motiveerde deze overstap? Brengt jouw expertise op het gebied van communicatie je in een andere positie als belangbehartiger dan anderen binnen dit vakgebied?

Mijn eerste functie bij WECF als “Communications Officer” had alles te maken met mijn affiniteit met WECF’s thema’s en mijn passie voor storytelling. Dat laatste doe ik ook nu in mijn huidige rol, maar uiteraard op een andere manier. Er zijn veel raakvlakken tussen communicatie en belangenbehartiging, voornamelijk dat je altijd je verhaal moet aanpassen en moet zorgen dat het aansluit bij diegene hun passies of interesses, kennis of belevingswereld.

Waarom heb je besloten om de functie van “Advocacy and Campaigning Officer” te solliciteren?

Ik wilde heel graag wat meer ruimte krijgen voor verdieping. Als communicatiemedewerker moet je eigenlijk overal iets van weten. Als Advocacy and Campaigning Officer heb je dit grotere plaatje ter beschikking en wil je het vertalen naar suggesties voor beter beleid. Toen deze positie vrijkwam, heb ik in mijn sollicitatie uitgelegd hoe belangenbehartiging eigenlijk een logisch pad is gezien mijn ervaringen. WECF gaf me de kans om deze interesse verder te onderzoeken.

Waar richt WECF zich op bij belangenbehartiging?

Bij WECF richten we ons op drie hoofdthema’s: feministische duurzame ontwikkeling, feministische klimaatactie en een feministische gifvrije toekomst, waaronder bijvoorbeeld plasticvrije en gezonde menstruaties. Ik zie mijn rol als zeer interdisciplinair, waarbij ik verbindingen leg tussen verschillende thema’s en tussen verschillende beleidsmaatregelen. Ik zet me er dus vooral voor in om verbanden te benadrukken die vaak over het hoofd worden gezien.

Dus, ik bied een gender-transformatieve lens, waarbij er aandacht komt voor de helft van de populatie die vaak wordt vergeten.

Hoe vertaalt dit zich in de praktijk?

WECF werkt  zowel op nationaal, regionaal als internationaal niveau, bijvoorbeeld door deelname aan conferenties zoals de ‘UN Commission on the Status of Women’ of de VN-waterconferentie. We benadrukken vooral: “als je hiermee bezig bent, vergeet dit dan niet”. Dit betekent dus ook dat we onze boodschap aanpassen naar het gebied van expertise van degene waarmee we praten. Zo beginnen we bijvoorbeeld niet meteen een gesprek met het belang van een “ecofeministische benadering” te benadrukken, maar stel, jij zegt dat je gepassioneerd bent over toegang tot water, dan delen we informatie over de belangrijke rol die vrouwen spelen in de watervoorziening en dat toegang tot water belemmerd wordt door klimaatverandering. Spreken we juist met een gender expert, dan zullen we input leveren over waarom toegang tot water juist een genderkwestie is. We zetten dus in een gesprek altijd onze waarden centraal, maar we proberen wel de visie op een bepaalde manier uit te leggen die toegankelijk is.

Hoe zie je de rol van Partos hierin?

Ik zie een duidelijke rol voor Partos in het verbinden van verschillende organisaties. Wij zijn in hart en nieren een ecofeministische organisatie, sommige mensen zullen wanneer ze dat horen aan de voorkant al zeggen: “Nee, ik wil dat niet horen.” Maar Partos heeft een breed ledennetwerk dat vanuit andere invalshoeken nog steeds voor ons belangrijke punten naar voren kan brengen. Het is essentieel om samen te werken, strategisch na te denken en niet altijd te zeggen: “Ik wil het zelf doen.” Het is denk ik veel waardevoller, als we de juiste persoon op het juiste moment de juiste informatie voeden, en realiseren dat soms andere organisaties beter gepositioneerd zijn om onze gezamenlijke inzet te kunnen vertalen naar de geschikte persoon. En dat vereist dat je dus soms je ego opzij moet zetten.

De laatste jaren zie je een ontwikkeling richting de “shift the power” beweging, gericht op meer gelijkheid tussen machtsrelaties van organisaties bevestigd in rijke landen en organisaties bevestigd in lage- en middeninkomen landen in de internationale rechtvaardigheid beweging. Hoe wordt dit bij WECF geïmplementeerd?

Het is ook bij ons een leerproces, maar op het gebied van werken op basis van vertrouwen met partners zijn we denk ik goed bezig. 

Wij zijn een netwerkorganisatie bestaande uit zo’n honderd ecofeministische kernorganisaties in meer dan 50 landen. Ook werken we nauw samen met regionale “focal points” die  fungeren als netwerkorganisaties in hun respectievelijke regio’s, waardoor er directe lijnen ontstaan naar lokale partners. Onze betrokkenheid omvat twee essentiële aspecten: het ondersteunen van acties van partners en belangenbehartiging.

Bij het ondersteunen van projecten vragen we partners een plan in te dienen die vallen binnen bepaalde kaders, dus binnen de drie thema’s die ik noemde: duurzame ontwikkeling, klimaatactie en een gifvrije toekomst, en binnen drie actiegebieden: Changing the agenda, Changing mindsets en Changing power. Partners kunnen uiteraard veel beter aangeven wat zij nodig hebben dan dat wij dat kunnen bepalen, en dat vind ik een heel fijne vorm van samenwerking. Dus meer in de zin van: “waar kunnen we jullie mee helpen?”.

Bij belangenbehartiging zorgen wij ervoor dat onze partners worden meegenomen naar beleidsprocessen en op de juiste plekken zijn om hun verhaal te delen met personen die directe besluiten nemen over hun leven. Wij vinden het belangrijk dat onze partners kunnen deelnemen aan processen waar ze zich niet altijd welkom voelen. Ik geloof sterk in de kracht van mensen namens zichzelf te laten spreken, en alleen wanneer dat niet kan probeer ik hun verhaal zo goed mogelijk te representeren. Gelukkig voel ik ook veel vertrouwen van onze partners dat wij hen op de manier presenteren zoals zij zouden willen.

Maar ook binnen de organisatie is het een leerproces en zetten we stappen op het gebied van DEI (Diversity, Equity and Inclusion). Op het moment dat we onszelf alleen maar schouderklopjes geven, zijn we niet meer goed bezig – het is belangrijk om scherp te blijven. 

WECF heeft vier kantoren in Europa: Frankrijk, Duitsland, Georgië en Nederland, en ook zuidelijk partners. Hoe werken jullie daarmee samen?

We werken nauw samen met onze verschillende kantoren op verschillende projecten en staan altijd klaar om elkaar te ondersteunen. Een goed voorbeeld van ons teamwerk en de band met onze partners is denk ik te zien in onze inzet tijdens de klimaattop.

We organiseren elk jaar samen met de Women and Gender Constituency de Gender Just Climate Solutions Awards. Dat is een fantastisch moment om gender-transformatieve projecten in het zonnetje te zetten. Drie prijzen worden uitgereikt: een transformatieve, een technische en een niet-technische oplossing. De groep van prijswinnaars is uitgegroeid tot een ware gemeenschap.

Het is ook een cruciaal moment voor ons om te laten zien dat dit de initiatieven zijn die we bedoelen wanneer we het hebben over het belang van het ondersteunen van klimaatinitiatieven die gendergelijkheid en vrouwlijk leiderschap centraal zetten. Dit zijn geen abstracte dingen; dit zijn heel concrete oplossingen. Het geeft mij altijd hoop tijdens de COP en geeft een beeld van hoe de wereld eruit zou kunnen zien als deze mensen meer ruimte en financiering zouden hebben.

Een voorbeeld van een nieuwe winnaar uit 2023 in de categorie transformatieve oplossing is het ‘Framework for gender-equitable climate disaster response’ project door Baithak CSO en DASTAK Foundation uit Pakistan. In reactie op de desastreuze droogte en overstromingen in Pakistan, hebben ze een strategisch kader ontwikkeld die aanbevelingen biedt voor genderrechtvaardige responsmaatregelen die tegemoetkomen aan de specifieke behoeften van vrouwen en meisjes tijdens klimaatrampen en prioriteit geven aan hun gezondheid, welzijn en veiligheid. Hierbij wordt speciale aandacht besteed aan zaken zoals menstruatieproducten en wash-faciliteiten tijdens deze rampen. Hira Amjad, een van de winnaars, is ook aanwezig bij de Commission on the Status of Women dit jaar. We kijken nu samen naar hoe we haar het beste kunnen ondersteunen en ze zal bijvoorbeeld ook een rol krijgen in ons parallel evenement genaamd “Hidden Hours”. 

Ook was er een eerdere winnaar Trupti Jain aanwezig bij de Gender Just Climate Solution Awards, die in haar speech aangaf dat het winnen van deze award haar ook een community gaf, een soort extra familie. Dat verwarmt echt mijn hart. Ik vond het ook heel tof om te horen welke impact bijvoorbeeld haar deelname aan de VN Waterconferentie heeft gehad en hoe het project mede daardoor groeit. Hun innovatie, genaamd Bhungroo, beschermt gewassen tijdens de moessons en zorgt voor voldoende irrigatie tijdens droge seizoenen. Doordat vrouwen de technologie bezitten, krijgen ze meer zeggenschap in hun gemeenschap. Dit project komt oorspronkelijk uit India, maar wordt nu ook in delen van Afrika geïmplementeerd. Daarom geloof ik heel erg in de kracht van het ondersteunen van dit soort kleine initiatieven en deze te helpen groeien. 

Ongeveer twee maanden geleden was je aanwezig bij COP28 in Dubai. Kun je terugblikken op hoe het was en wat het uiteindelijke resultaat van COP28 was?

Dit was mijn derde COP, maar de eerste keer als Advocacy and Campaigning Officer. Ik volgde met name het onderwerp gender, ook omdat er tijdens de volgende COP onderhandeld gaat worden over een  nieuw “Gender Action Plan”. Er zijn een aantal positieve punten uit COP28 gekomen, zoals  bijvoorbeeld de aanname van een “schade en verlies” fonds en het feit dat er in de conclusie eindelijk een “een transitie weg van fossiele brandstoffen” wordt benoemd. Alleen is het moeilijk om daarover te juichen, want we hadden allang het beestje bij de naam moeten noemen. Dit is vooral schrijnend wanneer je iemand hoort spreken van een eilandstaat met de boodschap dat er onderhandeld wordt over of hun woonplaats wel of niet onder water komt te staan. Soms vergeet je bijna deze realiteit omdat het zo’n technisch verhaal kan zijn.

(Een langere reflectie van WECF staat op de website: WECF to COP28: an ecofeminist reflection – WECF)

Wat je ook dit jaar wel merkte is dat de locatie ook de toon zet voor de conferentie. Vooruitkijkend naar COP29, gepland in Azerbeidzjan, zag je al dat er bijvoorbeeld geen vrouwen in het organisatiecomité zaten, pas door internationale druk zijn er nu vrouwen toegevoegd. Nogal een blinde vlek dus.

Zijn er aspecten binnen de functie die je niet had verwacht, leuke bijkomstigheden of juist tegenvallers?

Het is zowel lastig als leuk dat er meteen een enorme variatie in het werk is; het is zeker uitdagend. Je moet overal wel iets van weten, zowel op nationaal als internationaal niveau, van de Nederlandse politiek tot de Europese Unie en de Verenigde Naties. Deze diversiteit maakt het werk dynamisch. Het betekent wel dat als ik met een persoon van een andere organisatie spreek die gespecialiseerd is in een specifiek onderwerp, ik mezelf altijd vergelijk. Ik probeer mezelf ervan te overtuigen dat mijn rol daarin echt anders is; dat ik me inzet om de realiteit van onze partners naar de mensen en beleidsmakers te brengen en verbindingen te leggen. 

Daarnaast speelt het feit dat ik een jonge vrouw ben een rol; imposter syndrom. Je moet zelfverzekerd zijn over het verhaal dat je hebt, maar ook de moed hebben om toe te geven wanneer je iets niet weet. Uiteindelijk leer je een stuk meer van vragen stellen.

Is er een project waaraan je hebt meegewerkt waarmee je succesvol de politiek hebt beïnvloed? Hoe zie je jouw werk daarin terug?

Dat grote succes moet nog komen. Tot nu toe beschouw ik het mijn grootste succes als partners van ons hun verhaal op de juiste plek hebben kunnen vertellen en ik daar een rol in heb kunnen spelen.

Wat zie jij als uitdagingen binnen de lobbywereld? Ook door de uitslag van de verkiezingen?

We moeten nu als maatschappelijk middenveld reflecteren op waarom ons verhaal niet altijd aankomt. Waarom zien bepaalde mensen internationale rechtvaardigheid als iets negatiefs, een “money pit”? We moeten dus beter die vertaalslag maken. Veel mensen vinden het moeilijk in te beelden wat we bedoelen als we spreken over het toepassen van een feministische lens bijvoorbeeld, maar als je een voorbeeld geeft over het belang van het versterken van vrouwelijke boeren, is dat al een stuk concreter. Ook moeten we bepaalde terminologie en jargon aanpassen. Stel je voor dat je tijdens de feestdagen bij jouw opa en oma zit, zouden zij begrijpen waar je het over hebt?

Leer meer over WECF