yellow shape

Eerste reactie Partos op beleidskader ‘Focus – Samenwerken met maatschappelijke organisaties in ontwikkelingssamenwerking 2026–2030’

Partos verwelkomt de publicatie van het beleidskader Focus – Samenwerken met maatschappelijke organisaties in ontwikkelingssamenwerking 2026–2030 door minister Veldkamp. Het is positief dat het kader elementen bevat van diverse moties uit de Tweede Kamer, waaronder over internationale lobby, lokaal eigenaarschap en de rol van Nederlandse organisaties. Dit duidt erop dat signalen uit het maatschappelijk veld en het parlement serieus zijn genomen. Tegelijkertijd is dit beleidskader een uitwerking van beleid dat in gang is gezet door PVV-minister Klever, met disproportionele bezuinigingen op maatschappelijke organisaties gericht op ontwikkelingssamenwerking. Bovendien wordt het vastgesteld voor een periode van vijf jaar, gelijk aan de potentiële zittingsduur van de nieuwe Tweede Kamer die op 29 oktober verkozen wordt. Dat maakt zorgvuldigheid des te belangrijker.

01 juli 2025

Tijdsdruk op uitwerking nieuw beleid

De huidige strategische partnerschappen lopen af op 31 december 2025. Daarmee is haast geboden bij de verdere uitwerking van het eind juni gepubliceerde beleidskader. Partos pleit al langer voor een voorbereidingsperiode van minimaal een jaar, om kwaliteit, continuïteit en inclusiviteit te waarborgen. Het is dan ook zorgelijk dat er op meerdere cruciale punten nog onduidelijkheid bestaat.

Aanhoudende onzekerheid over het 50%-criterium

Een eerste knelpunt betreft het zogeheten eigen-bijdragecriterium, het zogenaamde ‘50%-criterium’. Ondanks herhaalde verzoeken van maatschappelijke organisaties blijft onduidelijk hoe dit criterium wordt toegepast. Die onzekerheid belemmert eerlijke toegang tot financiering, vooral voor kleinere en lokale organisaties die vaak minder reserves hebben of beperkte toegang tot alternatieve financieringsbronnen.

Onwenselijk gat in uitvoering

Daarnaast zorgt de keuze om pas halverwege 2026 te starten en financieringsinstrumenten gefaseerd in te voeren voor een ongewenst gat in de uitvoering. Dat leidt tot onnodige onzekerheid en noodzakelijke ontslagen bij Nederlandse organisaties én hun partners in lage- en middeninkomenslanden. Juist deze partners staan al onder druk door het plotseling stopzetten van Amerikaanse steun via USAID. Het risico is groot dat opgebouwde netwerken en kennis verloren gaan — wat haaks staat op de ambitie om meer impact te realiseren.

Forse bezuinigingen ondermijnen maatschappelijk middenveld

Een derde punt van zorg is het fors verlaagde budget voor samenwerking met maatschappelijke organisaties. PVV-minister Klever besloot in haar beleidskader om binnen haar begroting disproportioneel te bezuinigen op het versterken van maatschappelijke organisaties in lage- en middeninkomenslanden. Op basis van het hoofdlijnenakkoord zou een krimp van circa een derde verwacht mogen worden, maar PVV-minister Klever kiest ervoor om tweederde minder beschikbaar te stellen. Deze keuze is wat Partos betreft onbegrijpelijk en schadelijk. In een tijd waarin de maatschappelijke ruimte wereldwijd onder druk staat, is het versterken van het maatschappelijk middenveld belangrijker dan ooit. De voorgestelde bezuinigingen ondermijnen niet alleen het bereik en de effectiviteit van ontwikkelingssamenwerking, maar raken ook de fundamenten van een krachtig en onafhankelijk maatschappelijk middenveld — zowel internationaal als nationaal.

Kamer erkent rol maatschappelijke organisaties; uitwerking beleidskader volgt na reces

In de laatste week voor het zomerreces werd het beleidskader besproken in de Tweede Kamer, tijdens de behandeling van de suppletoire begroting. Daarbij zijn twee moties aangenomen die relevant zijn voor dit kader. Eén van die moties onderstreept het belang van maatschappelijke organisaties die zich inzetten voor goed bestuur en beleidsbeïnvloeding op nationaal niveau (meer hierover: Monitor Partos).

Partos verwelkomt deze erkenning. Pleiten en beïnvloeden — zowel lokaal als internationaal — zijn cruciale middelen voor structurele verandering. Het is dan ook essentieel dat het beleidskader voldoende ruimte en passende financieringsinstrumenten biedt voor deze rol van maatschappelijke organisaties. Alleen dan kunnen partnerschappen daadwerkelijk bijdragen aan een krachtig maatschappelijk middenveld en duurzame ontwikkeling wereldwijd.

Na het zomerreces wordt een vervolgbrief van het ministerie verwacht, waarin meer duidelijkheid komt over de toepassing van het 50%-criterium en de verdere invulling en planning van de acht instrumenten binnen het beleidskader.