yellow shape
Belangenbehartiging & Beleidsbeïnvloeding Blog

Marit Maij (GL-PvdA) adopteert SDG 5: Gendergelijkheid

Met de Europese verkiezingen op 6 juni in het vooruitzicht, is het tijd om aandacht te besteden aan de belangrijke kwesties die zowel Nederlandse partijen als organisaties zoals Partos bezighouden. Daarom introduceren we “Adopteer een SDG: De weg naar de Europese Verkiezingen”. Als onderdeel van deze campagne presenteren we een reeks interviews met Europarlementariërs die een cruciale rol spelen in het bevorderen van duurzame ontwikkelingsdoelen. Deze keer laten we je kennismaken met Marit Maij van GL-PvdA, die SDG 5 Gendergelijkheid adopteert.

 

21 mei 2024

Marit Maij is 52 jaar oud en woont in Den Haag. Ze heeft een achtergrond in de diplomatie en politiek, en is tegenwoordig ook actief in de NGO-wereld. Ze studeerde politicologie aan de Universiteit van Amsterdam en volgde daarna postacademische opleidingen aan de Europese Universiteit en in Spanje, waar ze twee masters behaalde.

Na enkele maanden stage te hebben gelopen bij de Europese Commissie, begon Marit haar officiële carrière als assistente bij de CDA-delegatie in het Europees Parlement, van 1994 tot 1996. Vervolgens werkte ze ongeveer 20 jaar bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken in diverse functies en rollen, voornamelijk op het gebied van internationale samenwerking, mensenrechten, vrouwenrechten en migratie.

Van 2012 tot 2017 was ze lid van de Tweede Kamer voor de PvdA. De afgelopen jaren heeft ze gewerkt bij verschillende NGO’s. Zo was ze directeur van CNV Internationaal, een organisatie die zich richt op arbeidsrechten en vakbondsrechten wereldwijd. Ook was ze voorzitter van UN Women Nederland, de vrouwenrechterorganisatie van de Verenigde Naties. In haar meest recente functie was ze directeur van ActionAid, een NGO die zich voornamelijk inzet voor vrouwenrechten op internationaal niveau. Nu wil ze haar slag weer slaan op Europees gebied.

Waarom wil je Europarlementariër worden? Zijn er ervaring uit de start van je carrière in Brussel die je nu meeneemt, of is het een nieuwe motivatie die je terug naar Europa trekt?

Ik denk dat mijn studie en achtergrond een grote rol spelen in mijn motivatie om Europarlementariër te worden. Ik heb altijd veel waarde gehecht aan internationale solidariteit. Ik zie dat je deze solidariteit zowel binnen Europa als tussen Europa en andere continenten nodig hebt om een systeem te creëren dat voor iedereen werkt. Ons huidige politiek-economische systeem werkt voor sommige mensen heel goed, maar voor veel anderen helemaal niet. Het is daarom belangrijk om samen met onze partners aan verandering te werken en grote vraagstukken aan te pakken.

In Nederland zijn er ook veel problemen grensoverschrijdend, wat Europese samenwerking vereist. Daarnaast zijn er wereldwijde vraagstukken, zoals het tegengaan van armoede, die internationale samenwerking tussen Europa en andere continenten vereisen.

Wat was een grote mijlpaal in jouw carrière?

Een recente mooie  mijlpaal in mijn carrière was bij mijn werk bij ActionAid. We hebben een groep vrouwen uit een Zuid-Afrikaans mijnbouwgebied, die veel last hebben van de gevolgen van mangaanwinning, naar Nederland gehaald. In Nederland brachten we hen in contact met bewoners rond Tata Steel bij Wijk aan Zee. Het was indrukwekkend om te zien hoe de gezondheidsproblemen en milieuschade in beide gebieden vergelijkbaar zijn, ondanks hun verschillende achtergronden. Deze internationale samenwerking was een eyeopener voor alle betrokkenen en benadrukte de noodzaak van wereldwijde aanpak van maatschappelijk verantwoord ondernemen.

Een andere belangrijke mijlpaal was uit mijn tijd in de Tweede Kamer, waar ik me inzette voor asiel- en migratiebeleid. We hebben ervoor gezorgd dat kinderen niet langer in grensdetentie werden geplaatst bij aankomst in Nederland. Dit was een grote verbetering voor hun welzijn, aangezien dit voor kinderen, zeker voor alleen reizende kinderen, heel traumatisch kan zijn.

Wij hebben je gevraagd een SDG te adopteren. Je hebt SDG 5 Gendergelijkheid gekozen. Waarom is dit doel voor jou de belangrijkste?

Toen jullie mij vroegen een SDG te adopteren, zei ik meteen SDG 5 Gendergelijkheid. Tot mijn verbazing bleek dat nog niemand deze had gekozen. Dat vind ik vreemd, want ik beschouw gendergelijkheid als ontzettend belangrijk. Eigenlijk zou het SDG 1 moeten zijn, omdat gelijke behandeling voor iedereen de basis vormt voor gelijkwaardige ontwikkeling en kansen. Voor mij is dit doel dus essentieel, en een fundament voor alle andere duurzame ontwikkelingsdoelen.

Wat zijn de uitdagingen de komende vier jaar in Europa voor gendergelijkheid?

SDG 5 behandelt verschillende thema’s zoals geweld tegen vrouwen, participatie van vrouwen in de politiek, en de economische zelfstandigheid van vrouwen. Op al deze terreinen zijn er aanzienlijke verbeteringen nodig.

Binnen de Europese Unie is de participatie van vrouwen in zowel de politiek, als op het gebied van economische zelfstandigheid nog steeds niet gelijkwaardig . We worstelen nog steeds met het uitwerken van effectieve oplossingen hiervoor. Veel arbeidsrechten voor vrouwen, zoals die in Nederland, zijn behaald dankzij Europese samenwerking. De gelijke behandeling van vrouwen in de sociale zekerheid, bijvoorbeeld, is het resultaat van een Europese richtlijn. Destijds was de Nederlandse regering daar niet enthousiast over vanwege de kosten, terwijl het toch vanzelfsprekend zou moeten zijn om mensen gelijke rechten te geven op pensioen en werkloosheidsuitkeringen.

Een recent voorbeeld is de regeling voor partners om meer geboorteverlof te krijgen. Dit soort maatregelen bevorderen gelijke deelname aan het arbeidsleven. In Nederland kunnen we hier nog veel stappen zetten, en vaak hebben we een duwtje in de rug gekregen en zelfs nodig gehad vanuit Europa om deze vooruitgang te realiseren.

Hoewel 143 landen in hun grondwet hebben vastgelegd dat mannen en vrouwen gelijk rechten hebben, zien we in de praktijk dat dit bijna nergens wordt nageleefd.

Recent zijn er ook regels voor Loontransparantie in de EU aangenomen. Zijn er initiatieven vanuit GroenLinks-PvdA die jij in gedachten hebt en die op Europees niveau zouden moeten worden ingevoerd om hieraan bij te dragen?

Ik denk dat het heel goed is om zaken zoals de loonkloof in kaart te brengen, zoals je aangeeft. Er zijn al regelingen die bepalen dat er geen loonkloof mag zijn en dat er gelijk betaald moet worden voor gelijk werk. Het probleem ligt echter bij de uitvoering hiervan. Daarom is het initiatief voor loontransparantie zo belangrijk. Met loontransparantie kan er meer duidelijkheid ontstaan over de daadwerkelijke gelijkheid in beloning.

Op de arbeidsmarkt zijn er nog veel stappen te zetten voor gelijkwaardige deelname. Een belangrijke focus is de economische zelfstandigheid van vrouwen, zowel in Nederland als op andere continenten. Economische zelfstandigheid geeft vrouwen de vrijheid om zelf beslissingen te nemen, bijvoorbeeld over politieke participatie en hun eigen lichaam. Gezien het feit dat één op de drie vrouwen nog steeds te maken heeft met geweld ook in Europa, dat vaak voortkomt uit afhankelijkheid, is het essentieel dat vrouwen economisch onafhankelijk kunnen zijn. Initiatieven die deze onafhankelijkheid bevorderen, zoals loontransparantie, dragen bij aan een gelijkwaardige en rechtvaardige samenleving.

Verschillende Europese lidstaten, waaronder Nederland hebben een feministisch buitenlandbeleid. Het doel hiervan is een intersectionele aanpak van de grondoorzaken van scheve machtsverhoudingen en ongelijkheid. Waarom is het zo belangrijk dat Europa ook zo’n aanpak integreert in het buitenlandbeleid?

Kijk, een van de kernpunten van het feministisch buitenlandbeleid is dat je de mensen waar het om gaat laat meepraten en meedenken over het vinden van oplossingen voor bepaalde problemen. Dit betekent dat je mensen met elkaar in gesprek moet brengen en hen de kans moet geven om mee te praten over mogelijke oplossingen. Een voorbeeld hiervan is het betrekken van vrouwen uit Zuid-Afrika en een bewonersgroep in Nederland. Door hen samen te brengen, creëer je een platform waar zij hun ervaringen en ideeën kunnen delen. Dit is cruciaal omdat de betrokkenheid bij beleid van de direct getroffenen leidt tot effectievere en duurzamere oplossingen.

Een ander belangrijk voorbeeld om de urgentie van een intersectionele aanpak te laten zien, is de situatie bij klimaatrampen. Uit onderzoek van UN Women blijkt dat vrouwen veertien keer meer kans hebben om te overlijden dan mannen tijdens klimaatrampen. Dit komt doordat vrouwen vaak niet worden betrokken bij de voorbereiding op rampen, de organisatie van noodhulp, of het verstrekken van humanitaire hulp. Door hen te laten meepraten en meebeslissen, kunnen we beter inspelen op hun specifieke behoeften en risico’s, en zo de impact van dergelijke rampen verminderen.

Don’t fix the women; fix the system.

In de Tweede Kamer was je onder andere woordvoerder ontwikkelingssamenwerking. In het Europees Parlement is er ook de Commissie DEVE. Afgelopen 5 jaar zat er geen Nederlandse Europarlementariër in deze commissie. Zou je deze commissie overwegen, als het een vrije keuze was?

Nou, ik denk sowieso dat als ik gekozen word, ik zeker op het terrein van buitenlandbeleid aan de slag wil. De Commissie DEVE past daar natuurlijk heel goed bij. Maar je weet dat we het niet helemaal zelf voor het kiezen hebben. Iedereen krijgt uiteindelijk twee commissies waarin zij of hij gaat werken. Daarover moet je met je delegatie en binnen je fractie overleggen om te zien welke commissies de meeste ruimte hebben en het meest geschikt zijn voor de betrokkenen. Maar zonder meer staat deze commissie op mijn lijstje. Net als de commissie FEMM over rechten van vrouwen en gendergelijkheid.

De EU ondersteunt maatschappelijke organisaties die actief zijn op een breed scala aan thema’s in het mondiale Zuiden. Als je straks verkozen wordt, wat zou je dan nodig hebben van Nederlandse maatschappelijke organisaties om jouw werk nog beter te kunnen doen?

Een van de dingen die super belangrijk is, is altijd komen met evidence-based informatie en goede voorstellen. Dus als er misstanden zijn die maatschappelijke organisaties willen aankaarten, zorg dan dat je  ook echt met het bewijs komen. De beste manier om dit te doen, is door een goede lobby te voeren met een hele specifieke vraag. Focus op één of twee punten waarop je stappen wilt maken. Het is ook belangrijk om te denken aan de lange termijn en om gewoon stapjes te zetten. Met die stapjes komen we er dan vanzelf wel.