Ineke Schaddelee staat op plek 6 op de lijst van de ChristenUnie voor de Europese verkiezingen. Ze woont in Gouda, met haar man en vier tienerdochters. In Gouda zit Ineke in de gemeenteraad namens de ChristenUnie. Ineke is opgeleid tot registeraccountant en werkt bij de Algemene Rekenkamer in Den Haag. Op dit moment houdt zij zich onder andere bezig met onderzoeken op het gebied van niet-financiële informatie, zoals duurzaamheidsinformatie en SDG-impact.
Waarom stel je je verkiesbaar voor het Europese parlement?
In mijn werk, zowel in de gemeenteraad en bij de Algemene Rekenkamer, krijg ik te maken met verschillende soorten wet- en regelgeving en beleid. Veel daarvan komt vanuit Europa. Problemen zoals milieuvervuiling en klimaatverandering, maar ook zaken als voedselveiligheid, toelating van medicijnen, veilig en gezond werken en energievoorziening vragen om een gemeenschappelijke oplossing. Dit zijn problemen die niet bij onze landgrens ophouden.
Als je echt van betekenis wilt zijn in beleid, dan moet je in Brussel zijn.
De ChristenUnie heeft momenteel één zetel in de Europese Unie, en ik sta op plek zes van de kandidatenlijst. Dus laten we realistisch zijn, ik word na deze verkiezingen geen Europarlementariër. Ik wil wel graag, vanuit ideologie, het gedachtegoed van de ChristenUnie steunen. Ik zie de ChristenUnie als een waarden gedreven partij die constructief politiek wil bedrijven. Daarom zet ik mij van harte in om het ChristenUnie-geluid te laten horen, zodat we onze zetel in Brussel kunnen behouden. Ik wil graag de ChristenUnie ondersteunen met mijn kennis.
U heeft SDG 13: Klimaatactie geadopteerd, waarom is dit doel voor u belangrijk?
Toen we het hadden over het adopteren van een SDG, zei ik meteen SDG 13. SDG 13 is gericht op de aanpak van klimaatverandering die wordt veroorzaakt door mensen.
Als je het hebt over klimaatverandering dan zie je dat het impact daarvan groot is en wereldwijde gevolgen heeft. Elk continent heeft ermee te maken. Klimaatverandering ontwricht nationale economieën en beïnvloedt levens, met grote kosten voor mensen, gemeenschappen en landen, nu en in de toekomst. De gevolgen zijn al zichtbaar en zullen catastrofaal zijn, tenzij we nu actie ondernemen. Iedereen kan de impact van klimaatverandering ondervinden, of het nu gaat om veranderende weerpatronen, de stijgende zeespiegel, aardbevingen, overstromingen, tsunami’s, uitbreiding van de woestijn of om frequentere extreme weerverschijnselen. Er wordt geschat dat de schade elk jaar honderden miljarden euro kost. Klimaatverandering is een wereldwijde uitdaging die nationale grenzen overstijgt. Uitstoot op één plaats kan gevolgen hebben voor mensen elders. Dit probleem heeft oplossingen nodig die op Europees (internationaal) niveau gecoördineerd worden.
De meest kwetsbare mensen worden het hardst getroffen door klimaarverandering
Laatst hebben wij een congres gehad met alle nationale rekenkamers vanuit alle landen over het controleren van SDG13. Het thema was de implementatie van SDG 13 en de rol, bijdrage en ervaringen van rekenkamers hiermee. Tijdens dit congres is vanuit de Nederlandse Rekenkamer gepresenteerd wat wij zien als ondersteunende factoren om klimaatactie te kunnen onderzoeken. Tijdens zo’n congres hoor je ook de verhalen over klimaatverandering in de andere landen, zoals in Bangladesh, India, Madagaskar en Indonesië. Dan wordt opnieuw duidelijk dat de mensen die het armst of het kwetsbaar zijn, het hardst getroffen worden door de gevolgen van klimaatverandering. Dat raakt mij, zowel persoonlijk als vanuit mijn werk.
SDG 13 is een gedeelde verantwoordelijkheid. Hoe gaan we klimaatverandering tegen? Daar probeert SDG 13 antwoord op te geven, door doelen te stellen voor weerbaarheid en klimaatadaptatie, nationaal klimaatbeleid, en middelen om bewustwording en draagvlak te creëren voor de klimaatmaatregelen. In het westen consumeren wij heel veel. En daarmee hebben wij een meer dan evenredige invloed op de klimaatverandering.
Is er beleid op Europees niveau wat de ChristenUnie de afgelopen vijf jaar heeft ondersteund, dat bijdraagt aan SDG 13?
Jazeker. In het klimaatakkoord van Parijs uit 2015 hebben landen afgesproken dat de opwarming van de aarde tot 2050 maximaal twee graden mag zijn. Hiervoor moet er fors minder broeikasgassen worden uitgestoten. Een van de speerpunten van de Europese Commissie was de Green Deal. Dit is een groot pakket met voorstellen om te komen tot klimaatneutraliteit in 2050 en het stoppen van de uitputting van grondstoffen. De ChristenUnie is voor de Green Deal en voor klimaatneutraliteit in 2050. Veel belangrijke maatregelen zijn aangenomen, maar er staat ook nog een aantal op de planning. Een bekend onderdeel van de Green Deal is fit for 55 met als doel 55% CO2-reductie in 2030. Hierin staat bijvoorbeeld aanscherping en van het emissiehandelssysteem (ETS) en van de doelen voor hernieuwbare energie.
Door onderwijs, innovatie en het nakomen van onze klimaatverplichtingen kunnen we de noodzakelijke veranderingen doorvoeren om de planeet te beschermen. Deze veranderingen bieden ook enorme kansen om onze infrastructuur te moderniseren, wat nieuwe banen zal creëren en een grotere welvaart over de hele wereld zal bevorderen.
De EU kan de interne markt inzetten voor vergroening via het emissiehandelsysteem (ETS) en de koolstofgrenscorrectie (CBAM). De ChristenUnie vindt dat vanuit Europa er nog wel meer nadruk zou mogen liggen op klimaatrechtvaardigheid, ook voor buiten de EU.
Daar wil ik vanuit mijn werk in bijdragen. De plannen krijgen, zeker in verkiezingstijd, veel aandacht, maar juist de resultaten, daar gaat het de inwoners om. De Algemene Rekenkamer controleert of het Rijk publiek geld zinnig, zuinig en zorgvuldig uitgeeft. Daartoe worden onderzoeken uitgevoerd naar de rechtmatigheid van de bestedingen en de doelmatigheid en doeltreffendheid van het gevoerde rijksbeleid. Europa kent zo’n zelfde soort instituut, de Europese Rekenkamer.
Wat zijn volgens jou de grootste uitdagingen op het gebied van het klimaat de komende vijf jaar? In Europa of misschien in de wereld?
Begin 2024 werd het klimaatdoel voor 2040 aangekondigd door Eurocommissaris Wopke Hoekstra: 90% reductie. De ChristenUnie is blij dat de Europese Commissie de klimaatdoelen voor 2040 concreet maakt, maar mist een heldere langetermijnvisie. Het is goed dat er een pakket maatregelen ligt richting een klimaatneutraal EU in 2050. De vraag is alleen of dit pakket maatregelen de oplossing is. Europa heeft een langetermijnvisie nodig voor klimaatneutraliteit en voedselzekerheid. Dat zien we helaas nog niet terug in dit pakket. We missen ook de concrete uitwerking, we hebben een duidelijk einddoel, maar de weg er naartoe is nog wat vaag en vrijblijvend. Om klimaatneutraal te zijn in 2050 moeten we gaan voor circulariteit en een duurzame Europese voedselagenda.
In plaats daarvan wordt hier en daar zelfs aan tegendraadse knoppen gedraaid, zoals het verruimen van subsidies voor fossiele brandstoffen en het verruimen van het gebruik van pesticiden. Het zou veel beter zijn als zou worden ingezet op een duurzaam economisch- en landbouwmodel met een goed verdienmodel voor de boer. Daar hebben ondernemers, boeren, wij allemaal, uiteindelijk meer aan.
De ChristenUnie vindt dat we niet teveel kunnen uitgaan van mogelijke innovaties in de toekomst om uitstoot terug te dringen: Innovaties zijn prachtig en kunnen helpen in de transitie naar een klimaat neutrale samenleving, maar zolang de uitstoot blijft stijgen zijn uitsluitend innovaties niet genoeg. In plaats van dweilen met de kraan open, kan je beter gewoon de kraan dicht doen. Dat houdt voor ons in: kiezen voor een economisch model dat in balans is met wat de aarde aankan. Dat is nodig om de CO2-uitstoot naar nul te brengen. Dat betekent voor de ChristenUnie een economisch model waarin niet ongebreidelde groei, maar genieten van genoeg centraal staat.
De ChristenUnie steunt de energietransitie. We vinden dat de EU een coördinerende rol moet nemen in de hoognodige, forse uitbreiding van energie-infrastructuur. Hier horen ook waterstof en CO2-netwerken bij. De koolstofgrenscorrectie (CBAM) vinden we een belangrijk middel. Hiermee wordt belasting geheven op import met een hoge CO2-uitstoot (bijvoorbeeld staal, cement, ijzer). Dit moet voorkomen dat bedrijven hun productie verplaatsen om klimaatregelgeving te vermijden. De ChristenUnie vindt dat CBAM moet worden uitgebreid naar meer sectoren, zoals plastic. Het emissiehandel (ETS) vinden we een goed systeem. In dit systeem is er maximum aan de hoeveelheid CO2 die bedrijven mogen uitstoten. Als ze meer uitstoten, moeten ze deze rechten kopen van andere bedrijven. Door steeds minder rechten op de markt te brengen, stijgen de prijzen, en wordt het financieel lonend voor bedrijven om hun productieprocessen te veranderen. Dit systeem moet wel aangepast worden. Er zijn nu nog te veel sectoren uitgesloten en er worden nog teveel gratis rechten weggeven.
Dat is echter maar de helft van ons verhaal. Om weer in de balans te komen met wat de schepping geeft, moeten we af van de economie van méér, méér, méér. We willen naar de economie van het genoeg. Daarin kan iedereen goed leven, zonder continue gepusht te worden om meer te moeten kopen.
In het verkiezingsprogramma van de ChristenUnie, wordt ook beleidscoherentie genoemd. Dat raakt heel erg aan de wereldwijde agenda van de SDG’s. Een voorbeeld van incoherentie is hoe voor het behalen van SDG 13 hier – soms grondstoffen nodig zijn die we met veel lokale negatieve effecten halen in het Mondiale Zuiden. Hoe kan Europa deze negatieve spillover voorkomen, of in ieder geval beperken?
Mooi dat je noemt dat de ChristenUnie als een van de weinige partijen beleidscoherentie in het verkiezingsprogramma heeft staan. Inzet op duurzame ontwikkeling mag niet worden belemmerd door ander beleid, zoals handelsbeleid of industriebeleid, dat voor een averechts effect zorgt, dat noemen we beleidscoherentie. Zo moet de EU voorkomen dat lidstaten hun overschotten voor weinig geld “dumpen” in derde wereldlanden. Deze dumpingen zijn schadelijk voor lokale economieën en kunnen fatale gevolgen hebben. Binnen de Europese Commissie moet steviger worden ingezet op het bewaken van deze beleidscoherentie
In april 2024 is het recht op reparatie aangenomen. Hierdoor moet het beter mogelijk en aantrekkelijker worden (elektrische) apparaten te repareren, ook buiten de garantieperiode. Dit is een goed voorbeeld van het stimuleren van circulaire economie
De ChristenUnie zet ook erg in op internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen. Een belangrijke stap daarin is dat vorige week de CSDDD is aangenomen. De Corporate Sustainability Due Diligence-richtlijn verplicht bedrijven om zorgvuldig(er) om te gaan met mens en milieu. Bedrijven die binnen de richtlijn vallen zullen worden onderworpen aan uitgebreide due diligence-verplichtingen op het gebied van mensenrechten en milieu. Bedrijven kunnen dus voortaan ook verantwoordelijk worden gehouden.
Twee jaar geleden is ook de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) aangenomen. De CSRD is een EU-richtlijn die voorschrijft dat grote ondernemingen verplicht worden in hun bestuur verslag te rapporteren over hun impact op milieuaspecten en HR- en sociale aspecten, oftewel mens en milieu. Daarnaast zal ook gerapporteerd moeten worden over governance, waaronder verantwoordelijk ondernemingsbestuur en verantwoordelijkheid in de keten. Afhankelijk van de grootte van een organisatie geldt deze eis vanaf boekjaar 2024.Voor veel ondernemingen betekent dit dat zij een duurzaamheidsstrategie zullen moeten opstellen of updaten en op basis daarvan de processen en systemen in te richten om de duurzaamheidsdoelstellingen te kunnen behalen. Het raakt mijn werkgebied, aangezien van accountants wordt gevraagd om de betrouwbaarheid van relevante duurzaamheidsgegevens te beoordelen en de nauwkeurigheid van duurzaamheidsrapportages te waarborgen.
Kritiek die je veel hoort is dat het een papieren exercitie is. Ik ben er echt van overtuigd dat je door het afleggen van verantwoording, inzichtelijk kan maken waar bedrijven staan en dat de vergelijkbaarheid tussen bedrijven ook gaat leiden tot het doorvoeren van verbeteringen daar ook echt verbetering kan doorvoeren.
Deze regelgeving geldt voor bedrijven in Europa, maar door de ketenverantwoordelijkheid zal dit een breed positief effect hebben.
Ik ben er van overtuigd dat je door het rapporteren van impact echt een verschil kan maken.
In het verkiezingsprogramma noemt de ChristenUnie ook dat het belangrijk is de lidstaten de stimuleren de 0,7% norm van de OESO te halen. Waarom is het belangrijk om dit geld hieraan uit te geven?
Als Nederland doen we dat eigenlijk al vrij goed, we willen graag dat de andere lidstaten zich ook houden aan de norm om jaarlijks 0,7% van het BNI in ontwikkelingssamenwerking te investeren.
De afgelopen jaren steeg het aantal mensen dat in extreme armoede leeft. De noodzaak voor ontwikkelingssamenwerking blijft daarom onverminderd groot. De ChristenUnie vindt het belangrijk dat christelijke waarden als naastenliefde en gerechtigheid richtinggevend zijn in het ontwikkelingsbeleid van de EU.
Wij hebben het hier goed en zijn toevallig op het juiste plekje geboren. Dat geeft een verantwoordelijkheid.
De ChristenUnie vindt ook dat de EU en de lidstaten ruimhartig geld moeten uittrekken voor noodhulp, zodat slachtoffers van rampen en conflict adequate toegang kunnen krijgen tot essentiële ondersteuning als water, voedsel, medicijnen en onderdak. Ook vinden wij dat gekeken moet worden hoe schulden van partnerlanden kunnen worden verlicht om zo investeringen in onderwijs, zorg en een duurzame economie mogelijk te maken.
Wat is de rol van maatschappelijke organisaties?
Om duurzame ontwikkeling over de hele breedte van de samenleving te stimuleren is goede samenwerking met het maatschappelijk middenveld in opkomende landen onmisbaar. Een duurzame ontwikkeling van landen in het Mondiale Zuiden gaat volgens ons niet alleen om het stimuleren van zelfstandige economische activiteit, maar ook om het opbouwen en versterken van een goed functionerende democratische rechtstaat. Hiervoor is het belangrijk te investeren in een stevig maatschappelijk middenveld zoals kerken en religieuze organisaties. Op EU- delegaties rust de taak om te zorgen dat de contacten met dit middenveld, inclusief kerken en religieuze organisaties, steeds verder verdiept worden.
Ik zie het verder als de taak van maatschappelijke organisaties om het verhaal vertellen. In het westen sta je te ver af om je te realiseren wat er aan nood is.
Maatschappelijke organisaties ter plekke zien de schrijnende situaties en weten wat er nodig is. Ik vind het inzetten op bewustwording en informeren erg belangrijk.