yellow shape
Belangenbehartiging & Beleidsbeïnvloeding Blog

Blog 10 | Inspelen op Den Haag: backstage

Veel van onze leden hebben een lobby- of politieke afdeling. Maar wat doen lobbyisten en politiek analisten in de ontwikkelingssector nu eigenlijk? Hoe behartigen zij de verschillende belangen? En hoe ziet een gemiddelde werkdag eruit? In deze blog geven wij antwoord op al je vragen over lobby, politiek beïnvloeden en beleidscoherentie. Hierbij focussen we op het belang van samenwerking tussen organisaties, waardoor we samen een krachtigere stem creëren in de politiek! In deze editie een interview met Lisanne van der Steeg van Woord en Daad.

18 januari 2023

Zou je iets over je professionele achtergrond kunnen vertellen?

Ik werk bij Woord en Daad als politiek adviseur. Daar ben ik eigenlijk uit mijn studie, bachelor Internationale Betrekkingen en master Bestuurskunde, ingerold. Tijdens mijn master deed ik een masterclass bij Woord en Daad: MP Watch. Dat ging over politiek en ontwikkelingssamenwerking. Daarna ben ik stage gaan lopen bij de Tweede Kamerfractie van de ChristenUnie. Tijdens die stage werd ik gewezen op de vacature voor mijn huidige functie en ben ik weer aan de slag gegaan bij Woord en Daad. Dat doe ik nu drie jaar.

Waarom heb je voor een functie als lobbyist gekozen? Is dat iets dat je altijd al van plan was?

Nee, eigenlijk niet. Door die masterclass kwam ik er eigenlijk achter dat dit werk leuk vind. Ik vind politiek en beleid ontzettend interessant, dus het is geen onlogische keuze dat ik in de lobbywereld ben beland. Maar het is niet dat ik bewust had gepland om dit te gaan doen. Het past natuurlijk wel bij mijn achtergrond als politicoloog om met politiek en lobby aan de slag te gaan.

Had je van tevoren al wel bedacht dat je bij een christelijke organisatie zou willen werken?

Nee, het was geen bewust plan, en ik hoef ook niet per se altijd bij een christelijke organisatie te werken. Ik denk wel dat Woord en Daad een hele unieke positie in de sector heeft door z’n christelijke achterban. Dat vind ik wel heel interessant, ook omdat je daardoor misschien een beetje een andere politieke voorkeur hebt, en andere partijen jou ook interessant vinden als lobbyist.

Hoe werkt de christelijke drijfveer door in de organisatie, en specifiek in jouw werk als lobbyist?

In de organisatie werkt het op heel veel manieren door. Ik denk doordat werk waardegedreven wordt gedaan en op basis van het bouwen aan Gods koninkrijk. Voor mij persoonlijk werkt het heel erg door in het feit dat ik graag een stem geef aan hen die geen stem hebben. Dat is een drijfveer voor mij om met lobby aan de slag te zijn, om juist de mensen die in zo’n groot debat worden vergeten mee te nemen en voor hen op te komen.

Zijn er specifieke onderwerpen waar jij extra gemotiveerd voor bent omdat je christen bent?

Ik denk dat ik een bepaalde nuance probeer in te brengen en een constructieve houding probeer te hebben. Dat past heel erg bij hoe Woord en Daad als organisatie is. Wat Woord en Daad ook doet, en waar ik zelf ook positief in sta, is dat we ons echt inzetten voor het bereiken voor de allerarmsten en de meest kwetsbare groepen. We willen die extra stap zetten om juist mensen die worden uitgesloten te betrekken bij een betere wereld. Dat is ook iets wat ik wel in mijn lobbywerk probeer voor ogen te houden.

We willen die extra stap zetten om juist mensen die worden uitgesloten te betrekken bij een betere wereld.

Wat zie jij als uitdagingen binnen de lobbywereld?

Ik werk natuurlijk vooral aan beleidscoherentie voor duurzame ontwikkeling. De grootste uitdaging is om dit onderwerp ook buiten de BHOS-commissie aan de man te brengen. Dat is een grote uitdaging omdat mensen zich vaak helemaal niet bewust zijn van de grote impact die Nederlands beleid wereldwijd heeft. Ook vind ik het een uitdaging om lobbyboodschappen te vertalen naar verschillende politieke partijen en contexten. Ik denk dat het soms makkelijk is om in ngo-taal te praten, terwijl de boodschap ook heel interessant is voor mensen buiten de ngo-bubbel. Ik vind het een leuke uitdaging om te kijken hoe we dingen zo kunnen vertalen dat bijvoorbeeld een VVD’er ook begrijpt dat het heel relevant is.

Hoe doe je dat?

Ik doe dat door veel debatten te volgen en beleidsstukken te lezen. Bijvoorbeeld door het volgen van een commissiedebat over een nationaal thema om op de hoogte te blijven van de termen die ze daar gebruiken. Die zijn soms anders dan de termen die we in de OS-wereld gebruiken, maar we bedoelen hetzelfde. En ook door de boodschap elke keer opnieuw en opnieuw te blijven herhalen. Op een gegeven moment gaan ze dan vast luisteren. En dat gebeurt ook. Hoop ik.

Is er een project waar jij aan hebt meegewerkt waarin je succesvol de politiek hebt beïnvloed, en hoe zag je daar jouw werk in terug?

Het is altijd lastig om terug te halen of jíj ook echt direct invloed hebt gehad, of dat het komt doordat er bepaalde maatschappelijke ontwikkelingen zijn. Ik ben wel veel bezig geweest met de wetgeving voor IMVO, waar nu een initiatiefwet voor ligt. Maar dat is wel echt teamwork van heel veel verschillende organisaties. Alhoewel ik wel denk dat onze inzet daarin ook wel een klein beetje heeft bijgedragen, omdat wij bijvoorbeeld goede ingangen hebben bij de niet-linkse partijen.

En misschien recenter: het BHOS-debat over beleidscoherentie, en überhaupt dat beleidscoherentie best wel een politiek thema geworden is. Daar hebben wij wel veel aan bijgedragen door beleidscoherentie bij elk debat in te steken en ons ook breed te oriënteren, bijvoorbeeld door #AdopteerEenSDG. En door de bekendheid van de internationale impact en de dilemma’s die er spelen onder de aandacht te brengen. Maar dat heb ik niet alleen gedaan. Ik denk dat Building Change een onderdeel van het debat is geweest, maar er zijn ook andere partijen en onderzoeken van andere organisaties geweest die er zeker aan hebben bijgedragen.

Ik denk wel dat als je goed samenwerkt in de sector, je heel veel voor elkaar kunt krijgen. Je hebt dan een breed scala aan organisaties met verschillende belangen, maar als je daaruit iets kunt filteren dat je allemaal belangrijk vindt, of waar je allemaal voor staat, kun je veel meer voor elkaar krijgen dan alleen.

Als je goed samenwerkt in de sector, kun je heel veel voor elkaar krijgen.

Hoe zie je de rol van Partos daarin?

Ik zie Partos als een belangrijke verbinder in de sector. Specifiek ook met de lobbygroep, die de grote OS-thema’s volgt en altijd inspringt op de actualiteit. Daardoor weet je dat Partos altijd de hoofdthema’s in de gaten houdt. En los hiervan denk ik dat we elkaar als Partosleden allemaal makkelijk kunnen vinden. We zijn allemaal lid van Partos, wat een soort gezamenlijke noemer is op basis waarvan we samen aan de slag kunnen gaan. Ik denk dat Partos een leuke uitdaging heeft in het zorgen dat de belangrijkste thema’s bij elk debat worden meegenomen, en dat die niet verloren gaan in de grote diversiteit van thema’s die in de OS-sector spelen.

Wat zijn de kernkwaliteiten van een goede lobbyist?

Een lobbyist moet goed kunnen samenwerken en luisteren. En ik denk ook dat het heel belangrijk is dat een lobbyist altijd de boodschap het belangrijkst maakt. Als jij niet de aangewezen persoon bent om een boodschap over te brengen, moet je dat aan iemand anders laten. Dus je moet wel een beetje ego hebben, maar niet te veel.

Daarnaast moet je ook een enorme politieke antenne hebben en het geduld hebben om de politiek de hele tijd te volgen. Het is belangrijk dat je heel geduldig bent en ook blij kunt zijn met kleine succesjes. Dus dat je ondanks de lange adem kleine overwinningen kunt vieren.

Waar haal jij dit geduld vandaan?

Ik wil eigenlijk niet eens zeggen dat ik heel veel geduld heb. Maar ik ben wel goed in kleine stappen zien, en daar ook tevreden mee te zijn. Grote structurele veranderingen kosten veel tijd, maar een aangenomen motie of een Kamerlid dat in een debat je input meeneemt, kun je als een succesje zien. Daardoor houd ik het vol. Het is dus vooral de kleine succesjes zien, en niet vergeten voor wie je het doet. Dat je niet voor jezelf, voor je eigen successen, lobbyt, maar voor grote structurele systeemveranderingen, voor mensen in kwetsbare posities die geen onderdeel zijn van het debat, etc. Door te bedenken dat ik niet voor mijn eigen succes lobby maar echt voor die groep, houd ik het lang vol.

Het is dus vooral de kleine succesjes zien, en niet vergeten voor wie je het doet.

Hoe ziet de toekomst eruit? Wat zijn de dingen die jij nog wilt bereiken?

Ik werk naar een soort ideale wereld toe, waarin al het Nederlandse beleid een positieve impact heeft op ontwikkelingslanden. Wat ik nog heel graag zou willen bereiken is dat er echt goede Nederlandse IMVO-wetgeving komt. Ik zou het heel mooi vinden als dat lukt en we ons niet tegen laten houden door Europa. Ik zou heel graag die laatste stap, en dat is misschien al best op korte termijn, willen zien.

En dan zijn er natuurlijk nog allerlei dingen te bedenken waar je aan kunt blijven werken. Uiteindelijk zou ik gewoon graag willen dat het niet meer nodig is. Dat je niet meer bij elk beleidsstuk hoeft na te gaan of er is gedacht aan de internationale impact. Dan kun je meer over de inhoud debatteren. Uiteindelijk zou ik graag willen dat mijn rol overbodig is en dat de internationale impact zo automatisch wordt meegenomen dat je óf niet nodig bent, óf dat de mensen in lage- en middeninkomenslanden zelf de toegang tot onze parlementen hebben. Dan zou mijn rol er ook prima tussenuit genomen kunnen worden.

Dat is best ambitieus. Je moet kleine successen vieren, maar ook altijd blijven denken: en nu?